Mentaal goed oud worden; zingeving en groei.
Met als tweede gedeelte van deze website:
"En toen ... kwam Corona ...".
In het eerste gedeelte van deze website wordt kennis gemaakt met het proefschrift van Hanne Laceulle (2016) over levenslange groei. Dat wil zeggen, dat kennis wordt gemaakt met mijn bewerking van dit proefschrift voor een breder publiek. Mijn bewerking heeft als titel "Goed Oud Worden" (2019).
Het aangrijpingspunt voor de studie van Laceulle is de stereotypering van ouderen. In het proefschrift en dus ook in Goed Oud Worden wordt diep ingegaan op het ontstaan van stereotypering van ouderen en hoe het zou kunnen ophouden. Door de diepgaande en interdisciplinaire aanpak van deze studie zijn de bevindingen over dit onderwerp veel breder toepasbaar dan alleen voor de groepering van ouderen.
In het tweede gedeelte van deze website: "En toen kwam Corona", breng ik zowel overheids- als mediateksten uit de coronatijd in verband met teksten uit Goed Oud Worden. Dat doe ik met twee redenen: 1. In Goed Oud Worden wordt veel aandacht geschonken aan hoe stereotypering zou kunnen ophouden. Daarnaast wordt in het algemeen aangenomen, dat in een crisistijd maatschappelijke tekorten extra aan het licht komen en dat deze tijd bij uitstek een gevoelige of vruchtbare periode is voor basale veranderingen of 'kantelingen' in het maatschappelijke leven. 2. Ik hoop te kunnen laten zien hoe een wetenschappelijk werk zoals Goed Oud Worden, in relatie gebracht met mediateksten in een crisisperiode, bij kan dragen aan duidelijkheid over welke politiek-maatschappelijke processen structurele veranderingen ten goede, bevorderen dan wel tegenhouden 1).
Belangrijke sleutelbegrippen in Goed Oud Worden, zowel als in mediateksten zijn: globalisering, individualisering, cultuuromslag, goed of moreel individueel handelen, wederzijdse afhankelijkheden, goed leiderschap.
1) Voordat de lezer verder gaat in mijn website: Tot op heden (april 2024), heb ik met tussenpozen aan dit onderzoek gewerkt. Inmiddels is dit onderzoek bijna afgerond en heb ik een eerste versie van een artikel daarover geschreven. Daar blijf ik voorlopig nog aan sleutelen. In de plaats van een uitgebreid notenapparaat, zoals gebruikelijk voor een wetenschappelijk artikel, verwijs ik in dit artikel naar vindplaatsen in het menu van deze website. Na dit artikel-intermezzo is het verloop van deze website door de lezer weer verder te vervolgen met allereerst een kennismaking met Goed Oud Worden. Daarna volgt "En toen kwam Corona": het tweede en veel langere deel van deze website.
Het algemene belang van individuele morele keuzes tot handelen Tessa Los*
“Of dat nu de individuele keuzes van politici zijn, grote of kleine ondernemers, managers, burgers met allerlei soorten hand- en hoofdwerk: Het zijn de individuele specifieke keuzes tot handelen van elk van hen die tellen. De keuzes van sommigen lijken meer gewicht in de schaal te leggen dan die van anderen. Anderen echter zijn met velen”.
Abstract
Over the last centuries, various cultural transformations have taken place in the Western world, which were strongly related to major technological and financial economic developments coupled with the 'global' spread of competitive markets. In recent decades, the call for a new cultural change has become increasingly louder in scientific and journalism circles and among groups of critical citizens. Interconnected businesses and financial services, backed by governments, have the sole purpose of increasing production and making profits. The “blind” belief in control by “an invisible hand” (Adam Smith) of neoliberal governments has caused great damage to the environment and climate worldwide and has widened global inequalities between people in prosperity and well-being.
“Blind”, borderless, “globalizing” production and services, driven by competitive markets, have led to undemocratic power relations. In this context, this article focuses on the question of how strong individual choices of action 'at street level' (Michael Lipsky) can be, to ensure that globally connected “blind” powers have an "eye” for the general interest of not only collective prosperity, but also of individual well-being. The theory development is based on the concept of individuation by Jürgen Habermas 1) and strongly inspired by the recent dissertation of Hanne Laceulle 2): Language, the power of stories and arguments play an important role in both Habermas and Laceulle.
Keywords: globalization, blind growth of products and services, consumerism, individualization, power relations, too much inequality, individuation, moral choices Samenvatting
In de loop van de laatste eeuwen hebben in de Westerse wereld verschillende culturele omslagen plaats gevonden, die sterk gerelateerd waren aan grote technologische en financieel economische ontwikkelingen gepaard aan ‘globale’ verbreiding van concurrerende markten. In de laatste tientallen jaren is in kringen van wetenschap en journalistiek en onder groeperingen van kritische burgers de roep om een nieuwe cultuuromslag steeds luider gaan klinken. Onderling geschakelde ondernemingen en financiële diensten, gesteund door overheden, hebben als enige doel productiegroei en winst. Het “blinde” geloof in sturing door “een onzichtbare hand” (Adam Smith) van neoliberale overheden heeft wereldwijd grote schade toegebracht aan milieu, klimaat en het heeft vergroting van wereldwijde te grote ongelijkheden tussen mensen in welvaart en welzijn teweeggebracht. “Blinde”, grenzeloze, ‘globaliserende’ productie en diensten, aangejaagd door concurrerende markten hebben geleid tot ondemocratische machtsverhoudingen. Binnen deze geschetste context is dit artikel gericht op de vraag hoe sterk individuele keuzes tot handelen ‘op straatniveau’ (Michael Lipsky) kunnen zijn om wereldwijd geschakelde “blinde” machten “oog” te laten hebben voor het algemene belang van niet alleen collectieve welvaart, maar ook individueel welzijn. De theorievorming is gebaseerd op het individuatie begrip van Jürgen Habermas 1) en sterk geïnspireerd door het recente proefschrift van Hanne Laceulle 2). Bij beiden spelen taligheid, de kracht van verhalen en argumenten een voorname rol.
Inleiding
Onderstaande resultaten van onderzoek zijn voorbereid in mijn website https://mentaalgoedoudworden.nl Deze website ben ik begonnen in 2019 naar aanleiding van het proefschrift van Hanne Laceulle 2) over de beperkte en beperkende manier waarop ouderen in de laat Westerse samenleving in 'narratives' worden neergezet. In overleg met Hanne en in samenspraak met een dertigtal ouderen uit mijn omgeving, heb ik dit proefschrift in het Nederlands bewerkt tot “Goed Oud Worden” 3) De aantrekkingskracht van het proefschrift van Laceulle was voor mij haar interdisciplinaire benadering en haar brede en diepgaande wijze van werken aan haar onderwerp. Door dit laatste is haar onderzoek, dat over ouderen gaat, gemakkelijk toepasbaar op andere gediscrimineerde groeperingen. Bovendien trok het mij, dat zij grote mogelijkheden voor veranderingen ziet in wat je 'de haarvaten' van de samenleving' kunt noemen; in "narratives". Na de bewerking van het proefschrift kwam ik op het idee om voor deze bewerking een website in te richten (Menu Home Introductie). Aan de titel van mijn bewerking heb ik voor de website het woordje "mentaal" toegevoegd. Dit om duidelijk te maken dat het nu eens niet gaat over "lichamelijk" goed oud worden. En toen kwam Corona ... Met het wereldwijd uitbreken van de Coronacrisis begin 2020, viel mij enerzijds op hoe hulpeloos ouderen, ook nu weer, in de media werden voorgesteld. Anderzijds werden in de media tijdens een crisis ook kansen gezien voor maatschappelijke “kantelingen”; structurele maatschappelijke veranderingen ten gunste van een duurzame samenleving die met name grote ongelijkheden in situaties van mensen structureel zouden kunnen veranderen. Naarmate de coronacrisis voortduurde kwam ook de aandacht voor de klimaatcrisis, die er al lang vóór Corona was, weer helemaal terug in de media; en daarmee ook hernieuwde en grote aandacht voor de transitie naar een duurzame samenleving. Zelf was ik niet erg optimistisch over die kansen. Maar tegelijkertijd zag ik in “Goed Oud Worden” veel theoretische aangrijpingspunten voor een verdere onderbouwing van hoe in de media over structurele maatschappelijke veranderingen werd geschreven en gesproken. Ik besloot mijn website nu verder te wijden aan een onderzoek met als doel meer inzicht te krijgen in welke maatschappelijke processen, de transitie naar een duurzame samenleving tegenwerken of tenminste ernstig vertragen. En dit ondanks een crisis waarin ongelijkheden extra bloot kwamen te liggen (Menu – “En toen kwam Corona . ."). Mijn onderzoeksmateriaal wordt voornamelijk gevormd door krantenartikelen naar aanleiding van Corona. Ik veronderstelde, dat media en wetenschap elkaar zouden kunnen verrijken. In mijn verwerking van krantenartikelen krijgen interviews en ook de, vergelijkenderwijs, dieper gravende artikelen meer nadruk. De interviews door journalisten worden vooral gedaan met de meest getroffenen, zoals jongeren, ouderen, kunstenaars en ondernemers; bovendien met wetenschappers en deskundigen. Op deze manier bouw ik theorie op, die de dagelijkse realiteit zo dicht mogelijk benadert 4). Voor de interdisciplinair-theoretische en de methodische benadering van onderzoek had en heb ik veel aan het proefschrift van Laceulle, mijn bewerking daarvan in “Goed Oud Worden” en mijn eigen ervaring met fenomenologisch georiënteerd onderzoek*. In mijn website onderbreek ik regelmatig de ‘mediastroom’ voor een korte uiteenzetting over mijn theorieopbouw. Zoals gezegd, grijp ik daarvoor steeds terug op Goed Oud Worden. De aanleiding voor die onderbreking is meestal een specifiek krantenartikel dat daartoe bijzonder inspireert, maar ook kan die aanleiding de afsluiting zijn van een coronagolf zijn. Op het hoogtepunt of ‘de piek’ van ‘de vierde Corona golf’ was dat een artikel van 2 november 2021 met als titel “Neoliberaal individualisme wreekt zich nu” 5) . In deze tijd van de vierde golf was het grootste deel van Nederland gevaccineerd. In het genoemde krantenartikel nu, gaat het vooral over grote groepen burgers die "zich niet laten vaccineren". In het genoemde artikel wordt dit onderwerp breed getrokken en in een politiek-historische context geplaatst. Het artikel gaat over hoe in de meeste Westerse samenlevingen de laatste decennia steeds meer de nadruk is komen te liggen op zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. In de loop van de coronacrisis, blijkt, vooral in Nederland, dat de overheid min of meer verrast wordt doordat burgers die zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid geheel anders opvatten dan de overheid zou willen 6).
Het samen leven "op straatniveau"
Bij het lezen van dit, mijn artikel en ook van de website zou het kunnen lijken alsof ik de termen 'maatschappij' en 'samenleving' door elkaar gebruik. Echter, zoals in het algemene taalgebruik worden deze twee aanduidingen afwisselend gebruikt naargelang het onderwerp waar het verhaal over gaat. Bij de term 'maatschappij' gaat het over onderwerpen waarbij nadrukkelijk ook de meer abstracte financieel economische en politieke onderwerpen zijn betrokken. Bij 'samenleving' of 'gemeenschap' gaat het over onderwerpen van hoe mensen reëel, 'op straatniveau' (Michael Lipsky, 1980 Russell Sage) met elkaar samenleven. Zowel in Goed Oud Worden 3) als in dit artikel ligt de nadruk op samen leven. Maar ook hoop ik duidelijk te maken hoe deze onderwerpen onlosmakelijk wederzijds zijn verbonden met maatschappelijke onderwerpen. Mensen maken elkaar mee, zien elkaar, spreken elkaar op kleine en grote, huiselijke en publieke plekken. Verhalen doen de ronde, 'narratives' (Laceulle), ontmoetingen rond onderwijs, rond zorg, bibliotheken, buurthuizen. Maar ook in winkels, bij uitstallingen, bij wat op podia getoond wordt, wat media laten zien, publicaties ... . Op plekken van "samenleven", vindt, relatief onafhankelijk van "maatschappelijke" processen, niet alleen cultuuroverdracht plaats, maar worden ook culturele veranderingen geïnitieerd. Veranderingen in de manier van leven, denken, keuzes maken. In bibliotheken, in publicaties, in optredens, ook in demonstratieve optredens, worden zaadjes gepland die in de geschiedenis altijd al om de zoveel tijd uiteindelijk mede geleid hebben tot cultuuromslagen. Daar wordt begrepen en samenhangend geformuleerd, hoe, 'op straatniveau' mensen aan het veranderen zijn in antwoord op wat wetenschappelijk en technologisch mogelijk is geworden en waarvoor in economische en politieke kringen al voorbereidingen worden getroffen. De laatste grote elkaar opvolgende cultuuromslagen liepen parallel aan wat genoemd wordt "de industriële revolutie" rond de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw en "de digitale revolutie" vanaf de tweede helft van de 20e eeuw (Hst 2 GOW). De aanzetten tot een mogelijk volgende cultuuromslag zijn op gang gebracht en worden mede in gang gehouden door wetenschappelijk observaties, onderzoek en inzichten in relaties tussen menselijk handelen en gezondheid. Deze volgende cultuuromslag bestaat nu nog vooral in zich steeds verder verspreidende 'narratives' over de schade die eindeloze of "blinde" productie - en consumptiegroei heeft toegebracht aan de gezondheid van het leven op aarde. De journalistieke media zijn belangrijke dragers van die verspreiding. Mijn website naar aanleiding van de coronacrisis geeft daar een levendig beeld van. Het geeft ook een levendig beeld van de druk, die met verhalen wordt uitgeoefend op mensen in hun politieke en financieel economische functies en als consumenten. Welke keuzes moeten, willen en kunnen zij maken voor een "duurzame" samenleving. Het doel van mijn website is, zoals gezegd, te onderzoeken welke processen een cultuuromslag naar duurzaamheid tegenzitten of ernstig vertragen. Dat deze processen uiteindelijk op maatschappelijk niveau gezocht moeten worden bij onderling afhankelijke grote machtige internationale bedrijven met hun politieke relaties is al langer bekend. Alleen al door de decennialange berichtgeving over de deels vergeefse strijd die op veel fronten met tabaksfabrikanten is gestreden om hun energie en ondernemingszin af te halen van een product dat slecht is gebleken voor de volksgezondheid. Belangrijke bestuurders moeten opgewassen zijn tegen hun bestaan te midden van buitengewoon sterke afhankelijkheden, die tegelijkertijd onderdelen van een vervuilend systeem vormen. Immers een doorbraak van onderling geschakelde schadelijke processen moet beginnen bij mensen, bij personen. Pas in de concluderende slotparagraaf kan uitgebreider worden teruggekomen op waar precies deze vertragende processen gezocht moeten worden. Het kan hier alleen voorlopig worden aangeduid. Eerst moet het begrip 'persoonlijkheid' in vergelijking met 'individu' in de loop van dit artikel steeds duidelijker worden. Tijdens de Coronacrisis kwamen bij de vele urgente besluiten die genomen moesten worden vele vormen van wederzijdse financieel economische afhankelijkheden van zowel ondernemers als consumenten extra bloot te liggen. Toen werd ook zo duidelijk welke personen, in welke hoedanigheden, die afhankelijkheden wel konden doorbreken en welke niet. Ook werd tijdens de Coronacrisis extra duidelijk, hoe belangrijk het 'tegelijkertijd' is 'van velen', in vele hoedanigheden om de 'goede' keuzes gemakkelijker te kunnen maken. De relaties tussen maatschappelijke processen en individuele keuzes tot handelen
Bij Laceulle en dus ook in Goed Oud Worden 3) is een centraal begrip: de individuele keuze tot moreel handelen. Daarbij ligt de nadruk op "moreel" en op "handelen". "Morele" keuzes zijn keuzes die zowel met 'de ander' (straatniveau) als met 'het grotere geheel' of algemeen welzijn rekening houden. Het is evident, dat het hier gaat, om belangrijkere keuzes, dat wil zeggen keuzes die anderen ook maar enigszins raken. Bij het streven naar een duurzame samenleving, zoals dat in mijn website alle aandacht krijgt, is het uiteindelijke grotere geheel, een leefbare aarde. In het streven naar dit doel zijn keuzes ontelbare hele concrete of specifieke tussendoelen denkbaar waarvoor in bovengenoemde zin 'morele' keuzes zijn te maken. Deze keuzes tot handelen worden zowel in theorie als in media “moreel”, "goed" of “integer” genoemd; in het algemene spraakgebruik ook herkenbaar als keuzes die “deugen” of “goede” keuzes. Alle verschillende individuele keuzes tezamen, 'moreel', ondoordacht, egocentrisch brengen samen op een abstracter niveau de maatschappelijke dynamieken voort die individueel nauwelijks en in elk geval in heel ongelijke mate te overzien zijn. overeenstemming met de eigenschappen van morele keuzes worden in Goed Oud Worden drie niveaus van samenleven onderscheiden waartussen maatschappelijke processen zich bewegen. Die niveaus zijn “ik”, “de ander” en het meer abstractere “grotere geheel”. Het zijn de keuzes tot handelen van individuele burgers, van “ik”, die die bewegingen in gang zetten en houden (Hst. 3 en 4 GOW) Het zijn vooral de handelingen die volgen op de belangrijkere keuzes die tellen. Of die keuzes nu gedaan worden door politici, grote of kleine ondernemers, managers, burgers met allerlei soorten hand- en hoofdwerk: Het zijn de specifieke keuzes tot handelen van elk van hen. De keuzes van sommigen lijken meer gewicht in de schaal te leggen dan die van anderen. Anderen echter zijn met velen. In het krantenartikel dat de aanleiding vormde voor deze, mijn uiteenzetting, zijn de genoemde verschillende niveaus voor handelen, zoals onderstaand citaat laat zien, goed te herkennen; ook heb belang van dat velen de goede keuzes tegelijkertijd maken voor het geheel. Het artikel verscheen de dag na de persconferentie met als hoofdonderwerp dat ziekenhuizen weer overbezet raakten en nu door ongevaccineerden. Zoals gezegd gaat het artikel hier ook over. Ik citeer: “Met een beroep op solidariteit en collectief verantwoordelijkheidsgevoel gaat het kabinet de corona-najaarsgolf te lijf. Eerder zei demissionair minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) “nul begrip” te hebben voor niet-gevaccineerden. Dinsdagavond was de toon vriendelijker, maar nog steeds dwingend. “Denk er nog een keer over na”. Het krantenartikel gaat verder: “Tijdens deze persconferentie waarin ook strengere maatregelen werden aangekondigd, deed ook Rutte een moreel beroep op burgers, hun persoonlijke opvattingen, zoals vaccinscepsis en afkeer van mondkapjes, minder zwaar te laten wegen dan het belang van het collectief: “We moeten dit samen blijven doen, en vooral ook: met een beetje begrip voor ieders mening en voor ieders situatie, en met een beetje mildheid naar elkaar”. Tot zo ver het krantenartikel. Hoe meer individuele mensen belangrijkere keuzes, zoals het zichzelf laten vaccineren niet alleen voor zichzelf maken, maar daarbij ook rekening houden met anderen en met het algemene belang van, in dit geval, volksgezondheid, des te meer dragen zij bij aan duurzaamheid van de samenleving; aan duurzaamheid van de Westerse samenleving met haar democratische rechtsstaat. De meeste burgers in Nederland, zo blijkt, zijn het eens over het belang van inenten tegen besmettelijke ziekten, voor zichzelf, voor anderen en voor het algemene, meer abstractere belang van volksgezondheid. November 2021, bij het uitkomen van het krantenartikel, is dat ook het geval bij wat dan aan de orde is: het vaccineren tegen Corona. Bovendien zien de meeste mensen goed, dat zij, door zich te laten vaccineren tegelijkertijd er aan bijdragen, dat energie, arbeid en kosten die nu nog naar besmetting bestrijding gaan, weer vrij gemaakt kunnen worden voor andere sectoren in het grotere geheel van de samenleving. De overwegingen met zichzelf die het "ik” daarbij heeft, of met andere woorden: de betekenis die een individu geeft aan zijn keuze, maakt deel uit van zijn waardenpatroon. (Hst. 3 en 4 GOW). De mate waarin waarden patronen op het “ik”- niveau samenvallen met die van 'de officiële' van overheden, is van groot belang voor de duurzaamheid van een samenleving. In het geval van de Westers moderne samenleving is dat van groot belang voor de duurzaamheid van de democratische rechtsstaat. Op het minder of meer samenvallen van waardenpatronen van burgers en overheden kom ik nog terug met de Amerikaanse politiek socioloog A. MacIntyre. Laceulle haalt hem in haar proefschrift aan. In mijn website, dus in mijn onderzoek, vormt hij een heel belangrijke inspiratiebron. Onder de burgers, die zich niet laten vaccineren zijn er, naast die dat uit religieuze overwegingen niet doen, ook velen die de officiële vaccinatie voorlichting mislopen of die voorlichting volgen, met name op sociale media, welke afwijken van de officiële voorlichting. Hoe dan ook, de negatieve gevolgen daarvan zijn, niet alleen voor de schrijver van het genoemde krantenartikel maar ook algemeen, pijnlijk duidelijk: November 2021 was het overgrote deel van de in ziekenhuizen opgenomen Corona patiënten niet gevaccineerd. Daardoor moesten ook nu, zoals in de voorafgaande Corona periode toen er nog geen vaccins waren, geplande afspraken met reguliere patiënten afgezegd worden en moest Nederland opnieuw in lockdown. Zoals gezegd, voelde dat laatste, door beloften die in persconferenties werden gedaan over de tijd wanneer gevaccineerd zou kunnen worden, voor gevaccineerden extra teleurstellend en boos makend. In theorie, dus gelet op de aanwezigheid van vaccins, 'had iedereen inderdaad gevaccineerd kunnen zijn' (De Jonge in de genoemde persconferentie). Maar het inzicht en de daadkracht ("handelen") van ook de overheid voor gedifferentieerde voorlichting en lokale vaccinaties is te laat gekomen.
In de volgende paragraaf wordt dieper ingegaan over de wijze waarom mensen keuzes maken in relatie tot maatschappelijke processen. En daarmee wordt ook dieper ingegaan op de processen die duurzaamheid zowel kunnen bevorderen als belemmeren.
Het theoretische begrip socialisatie heeft in de loop van de tijd plaats moet maken voor het begrip individuatie
Met het steeds complexer worden van samenlevingen en de, in de westerse wereld, daarmee gepaard gaande individualisering, zijn er ook belangrijke veranderingen opgetreden in hoe mensen hun keuzes tot handelen zijn gaan maken. In de loop van eeuwen zijn de eerder genoemde niveaus van samenleven en de elkaar vaak tegensprekende maatschappelijke processen daartussen voor mensen steeds zichtbaarder geworden. De zichtbaarheid van maatschappelijke tegenspraken heeft er toe geleid, dat mensen op steeds jongere leeftijd te maken hebben gekregen met "steeds minder vanzelfsprekend worden” 7) van hoe te kiezen, hoe te handelen . Mensen zijn in de loop van de tijd steeds meer aangewezen geraakt op het maken van eigen keuzes. Het bij tegenspraken terug moeten vallen op zichzelf heeft steeds meer eigen of innerlijke, persoonlijke gevoelens en eigen gedachten doen ontstaan of "het vermogen tot reflectie". Mensen hebben in de loop van de tijd als het ware "een innerlijke ruimte" gevormd. In deze ruimte wordt stil gestaan bij eigen gevoelens en worden relatief onafhankelijke, innerlijke dialogen gevoerd. Met als gevolg dat nu van een persoon eerder wordt verwacht dat hij kan afwijken van het gangbare. Parallel hieraan heeft er in gedragswetenschappen voor de wijze wijze waarop mensen hun belangrijkere keuzes in het leven maken een verandering in begripsvorming plaats gevonden. Lag daarbij vroeger, met het begrip "socialisatie", de nadruk op aanpassing: Voor het bovengeschetste proces van persoonlijke groei en identiteitsvorming geldt nu het begrip "individuatie" (Habermas, GOW p. 165). Deze wetenschappelijke begrippen zijn tegelijk voorbeelden van hoe in wetenschap, in dit geval gedragswetenschap, cruciale cultuurveranderingen worden geanalyseerd en tenslotte in een begrip samengevat. En dit op zo'n manier dat het voor veel mensen gemakkelijker wordt zichzelf daarin te herkennen en zich meer bewust te worden van zichzelf. De groei van innerlijke ruimte die gepaard gaat met het proces van individualisering, maakte het potentieel mogelijk eigen gevoelens en keuzes tot handelen, te laten zien en beargumenteerd naar buiten te brengen (Hst. 4 en 5 Goed Oud Worden). In Goed Oud Worden wordt ook duidelijk gemaakt, dat voor het naar buiten brengen van eigen keuzes, voor persoonlijk handelen meer of minder moed nodig is, naarmate daarbij minder of meer tegen de stroom moet ingegaan worden. (Goed Oud worden Hst. 7 "Authenticiteit", met name hoe Nietzsche wordt aangehaald over "heroïek", blz. 186-189). Volgende hier even geparkeerd: moet naar passage met 'in veiligheid zichzelf leren uitdrukken' als voorloper van 'beargumenteerd afwijken van gangbare'. Laatste ter voorbereiding van wat nog volgt over 'moeilijke bestluiten als bestuurder'. In media waren dan ook in de crisistijd creativiteit en daarnaast ook de sector kunst vaak het onderwerp. Het individuatie proces maakte emancipatie processen mede mogelijk door de moed van enkelen (Website. Home - ... en toen kwam Corona - "Ambachtelijke" (inter)nationale politiek - Foucault). Daarmee werd de verdere democratisering van de samenleving mogelijk gemaakt. Hoe iemand tenslotte specifiek kiest voor zijn handelen hangt af van het persoonlijke ontwikkelingsproces dat hij tot op heden in zijn leven heeft doormaakt. De sectoren zorg en onderwijs hebben zich parallel aan het individualiseringsproces noodzakelijk enorm uitgebreid. Over die noodzakelijkheid gaat de volgende paragraaf. De term "individualisering" verwijst naar de uiterlijke, de maatschappelijke kant, van wat hierboven is gezegd over het innerlijke proces van individuatie. De term individualisering wordt heel algemeen, zowel in de wetenschap, het spraakgebruik en in de media gebruikt. Het begrip is gemeengoed geworden, maar helaas ook vaak, te vaak, verward en zelfs gelijkgesteld met "egoïstischer worden" van mensen. Individualisering is een historisch maatschappelijk proces. Individuatie is een biografisch persoonlijk proces. Het belichten van het begrip individuatie en daarmee het reflectievermogen van mensen is van vitaal belang voor het wederzijds begrip van mensen. Individualisering van de samenleving brengt niet noodzakelijk een "isme" voort, zoals individualisme, egoïsme en bijvoorbeeld consumentisme.
Uitbreiding van zorg en onderwijs Arrangementen van opvoeding, onderwijs, van zorg en expressie hebben zich noodzakelijk, zoals gezegd, parallel aan deze ontwikkelingen enorm uitgebreid. De tijd besteed aan deelname daaraan is ook steeds langer geworden. Zich al heel jong leren uitdrukken, in een beschermde omgeving, is niet alleen noodzakelijk geworden voor het behoud van een basisgevoel van veiligheid. Het is cruciaal voor de ontwikkeling van een “ik” die zich steeds meer bewust kan worden van het grotere maatschappelijke belang van zijn keuzes en zijn eigen keuzes ook voor zichzelf en anderen kan verantwoorden. Dat in de algemene opinie, zoals gezegd, individualisering wordt geassocieerd met het egoïstischer worden van mensen, verwijst zeker naar ook een gevaar dat dit proces voor de samenleving inhoudt. En hiermee kom ik nu bij de eerder genoemde politiek socioloog A. MacIntyre 9). Tegelijkertijd met de ontwikkeling naar moderne economisch hoog ontwikkelde democratische samenlevingen, hebben burgers zich ontwikkeld tot, zoals MacIntyre het zegt, “co-auteurs” van de samenleving. Voor het voortbestaan van gemeenschappelijk goed zijn in de loop van de eeuwen individuen als dragers van betekenisgeving of waarden steeds belangrijker geworden. Maar hierin ziet ook MacIntire een groot gevaar. Voor het voortbestaan van democratische rechtsstaten moet er een zekere overlapping zijn van de waarden van co-auteurs met de waarden die ten grondslag liggen aan de waarden van de rechtsstaat. De basis of de bron van de noodzaak of urgentie van het tot op zekere hoogte delen van waarden of van “moreel goed” (McIntyre) is gelegen in de onderlinge afhankelijkheden van mensen in hun bestaan. Afhankelijkheden, die door het marktproces van globalisering steeds verder zijn gaan reiken. In bovenstaande zin zijn arrangementen van onderwijs, opvoeding, zorg en cultuur van groot belang om “goede” keuzes van burgers te begeleiden. Deze maatschappelijke sectoren zijn onmisbaar voor het in stand houden en bevorderen van gedeelde waarden en dus voor de vitaliteit en duurzaamheid van de samenleving. Het bezuinigen door overheden gedurende de laatste kabinetten op juist deze arrangementen is vooral in deze crisistijden van corona en klimaat een terugkerend thema van kritiek in de media. Politici als "slechte" maatschappelijke co-auteurs.
Ook politici zijn co-auteurs van de samenleving De tegenspraken die mensen ervaren in de besproken maatschappelijke bewegingen tussen de verschillende niveaus van samenleven kunnen ook te groot worden. Het tast een voldoende gevoel van veiligheid aan. Dat kan leiden tot keuzes voor handelen die negatief werken voor duurzaamheid. Het ontbreekt deze tijd burgers veelal aan voldoende vertrouwen in de overheid. In het hier genoemde krantenartikel komt dit ook weer terug. Bij veel belangrijke keuzes die burgers maken, zeker ook bij het zich laten vaccineren, speelt het vertrouwen in overheden en wetenschap een hele grote rol. Het is van belang voor het behouden en groeien van vertrouwen van burgers, hoe politici als voorbeelden dienen in het maken van keuzes voor handelen. Hoe overheden naar anderen, naar burgers luisteren en met hen communiceren. Wat betreft het luisteren naar anderen, zo wordt vaak gezegd en geschreven, luistert de overheid onvoldoende naar burgers en naar deskundigen en wetenschappers. "Daardoor wordt burgers geen perspectief geboden", is vaak te horen. Wat betreft de wijze van communiceren van politici laten bijvoorbeeld de veel bekeken en gedeelde persconferenties in de loop van de Coronatijd zien, dat steeds meer een betuttelende toon aangeslagen wordt door de premier en de minister voor volksgezondheid. Vooral jonge mensen worden heel vaak, zelfs kleinerend en hen onderschattend toegesproken. In het algemeen worden in persconferenties de eigen maatschappelijke ervaringen en waarnemingen van burgers onderschat. Volgens kranten spreken burgers over hoe zij in in persconferenties worden toegesproken met "loze beloften", “zoethoudertjes”, “manipulaties” en “vleierijen”. "Politici zijn te veel bezig met zichzelf, het eigen succes, eigen carrière, eigen partij, eigen kiezers"; eerder egoïstisch dan in het algemeen belang. Het zijn commentaren die voortkomen uit door burgers waargenomen tegenspraken tussen de verwachtingen die zij hebben van goed leiderschap enerzijds en anderzijds gedragingen die politici laten zien. In politici, in de overheid in het algemeen, schuilt het gevaar, waar MacIntire over schrijft, dat voor het voortbestaan van democratische rechtsstaten een zekere overlapping van waarden met die van burgers kan gaan ontbreken. Het gevaar dat politici en overheden zich te weinig bewust zijn van de urgentie van wederzijdse afhankelijkheden van overheden en burgers in hun bestaan. Het gevaar van een inderdaad "individualistische" samenleving, in de zin van "egoïstische" samenleving. Socioloog Amitai Etzioni gebruikt hiervoor de term "hyperindividualisme". In het krantenartikel dat de aanleiding tot dit artikel was, zegt Etzioni tegen de schrijver daarvan: “Het hyperindividualisme is na decennia liberale politiek tot diep in de haarvaten van de samenleving doorgedrongen. Nederland volgt hierin een trend die in veel meer westerse democratieën zichtbaar is. Sinds het begin van de jaren tachtig staan gedeelde waarden en sociale verbanden onder druk in de westerse wereld”. Tot zo ver Etzioni. Vertegenwoordigers van overheden kunnen te vaak zelf niet meer als “goede” coauteurs aangemerkt worden. Maar het is dan weer een geluk bij een ongeluk, dat aan burgers, de goede, moedige, ‘voorbeeldige’ politici des te meer gaan opvallen.
Slot. Economische groei is vooralsnog blind en niet aangewend voor doelstellingen van duurzaamheid Dit artikel is voortgekomen uit de vraag waarmee ik gedurende de Corona crisis mijn website begonnen ben: welke maatschappelijke processen belemmeren een culturele omslag naar een duurzame samenleving. Gedurende het verzamelen van onderzoek materiaal en het behandelen daarvan raakte ik er in bevestigd, dat doorslaggevende belemmeringen voortkomen uit financieel economische verhoudingen en netwerken van mensen, mede in stand gehouden door wat "consumentisme" wordt genoemd. Samen vormen zij een systeem, waar een enorme macht van uitgaat. Als hoogste doel van dit systeem wordt door vertegenwoordigers van machtige knooppunten in dit systeem, waartoe ook politici behoren voortdurend "groei" van de economie gehoord. Aan einde van deze paragraaf kom ik terug op dit blinde systeemdoel. Het eveneens in 'verhalen', maar dan op straatniveau, veel gehoorde woord "systeem" duidt op sterke machtsfactoren die uitstijgen boven mogelijkheden van veranderingen door individuele deelnemers aan dit systeem. Ook min of meer af te bakenen kleinere ondernemingen zijn slechts heel relatief onafhankelijk. Zij zijn op tal van manieren wederzijds verbonden in een netwerk met andere ondernemingen. Zoals de eerder genoemde moedige politici toch altijd hoop geven op het bestaan van persoonlijke moed, geldt dat ook voor veel ondernemers. Helaas blijven zij door 'het systeem' roependen in de woestijn. Ondanks de doorslaggevende macht van financieel economische netwerken ben ik er van overtuigd geraakt dat een culturele omslag naar duurzaamheid uiteindelijk toch alleen kan uitgaan van beargumenteerde keuzes tot duurzaam handelen van individuele mensen en dus ook en vooral door personen op knooppunten van de macht. Daarom ging tot nu toe de grootste aandacht van dit artikel uit naar hoe mensen in de loop van de tijd mondige keuzes zijn gaan maken en hoe individuele mensen daar op hun beurt biografisch in groeien. In deze laatste paragraaf wil ik het hebben over individuele keuzes bovenin bestuurlijke hiërarchieën in dit systeem. Mensen zijn in de loop van de eeuwen toegerust geraakt met de potentie om in hun belangrijkere keuzes tot handelen af te wijken van het gangbare. Deze keuzes, waar anderen en het algemene belang in het geding zijn worden "persoonlijke", "morele" keuzes genoemd. Tegelijkertijd is de periode van onderwijs en zorg verlengd; de periode om zich te leren uitdrukken en de eigen keuzes uit te leggen en te beargumenteren. Dit is weliswaar ook de periode waarin ongelijkheden tussen mensen kunnen ontstaan of bevestigd worden. Dat geldt ook voor het kunnen aangrijpen van de vele mogelijkheden tot levenslang wijsheid opdoen en leren. In mijn website en ook in dit artikel worden de keuzes voor duurzaamheid "goede" keuzes genoemd. Al eerder kwam aan de orde, dat niet alleen 'op straatniveau', waar het zogenaamde "consumentisme" plaats vindt, maar ook in de beroepen en functies die hoog in de hiërarchie van de macht worden uitgeoefend, "goede" keuzes gemaakt kunnen en moeten worden. Tegenwoordig worden de machtigste netwerken van bestuurlijk Nederland in de media wel met "élite" aangeduid. Dat zou ik zelf pas doen als in die netwerken overwegend en doorslaggevende de "goede" keuzes zouden worden gemaakt. Wat betreft de vraag naar de uiteindelijke belemmeringen voor een cultuuromslag ben ik in mijn website tot de slotsom gekomen, dat juist in maatschappelijke sectoren waar de doorslaggevende keuzes gemaakt moeten worden voor een duurzame samenleving, voor de mensen die die keuzes moeten maken, de wederzijdse en ook internationale afhankelijkheden te onoverzichtelijk en overweldigend zijn en daardoor te sterk of machtig lijken voor het maken van persoonlijke goede keuzes. Voor het maken van goede keuzes lijkt voldoende vooruitziende blik, onderbouwd door kennis en inzicht en daarbij de nodige moed tot handelen te ontbreken. Ook het samen optrekken met eveneens machtige gelijkgezinden, om samen sterk te staan daarin, zoals je ook in 'bewegingen' op straatniveau ziet, komt op belangrijke knooppunten van financieel economische netwerken, niet of nauwelijks voor. Afhankelijkheidsketens zijn met de globalisering, ook wel erg lang geworden. Bovendien reiken die ketens tot in landen met geheel andere waardepatronen. Voor het doel van mijn website heb ik me in principe beperkt tot Nederland. Maar om ook zicht te houden op internationale afhankelijkheden heb ik me van meet af aan bij het verzamelen en bespreken van krantenartikelen daar niet geheel toe beperkt. Ik heb daarbij ook media over De Europese Unie systematisch betrokken en over China voor buiten de Westerse wereld. Uit de verhalen over hoe het Coronavirus werd ontdekt, de rol van de wetenschap daarbij, de verspreiding van het nieuws, de omgang met besmettelijkheid, de verspreiding van hulpmiddelen, met de research naar medicatie, met de verspreiding daarvan 4) valt voor mijn doel voldoende af te lezen over de inhoud van internationale afhankelijkheden en de diversiteit van waardepatronen. Op het moment dat ik dit artikel schrijf, twee en een half jaar na de Coronacrisis heeft een oorlogscrisis geopolitieke veranderingen gebracht die handelsketens met landen met geheel andere waardepatronen hebben ingekort. Dit laatste wil trouwens niet zeggen dat internationaal opererende bedrijven en juristen de mazen van de overeenkomsten hieromtrent niet weten te vinden. . Niet anders, dan eerder hier is uiteengezet voor het micro niveau, het 'straatniveau' van de samenleving is er moed nodig om systemen te doorbreken. Als inzicht, reflectie en moed daartoe bij de grote meerderheid van de zogenaamde "élite" ontbreekt wordt dat op straatniveau in de vorm van tegenspraken steeds duidelijker en worden daar netwerken met eigen machtsmiddelen ten gunste van duurzaamheid gevormd. In de klimaatcrisis staat heel direct de leefbaarheid van de aarde, de bewoonbaarheid, van de wereld op het spel. Globalisering, de steeds toenemende wereldwijde politiek-economische onderlinge afhankelijkheden, wordt vanouds aangejaagd door het geloof in de concurrerende vrije markt. Dat wil zeggen door het geloof in een bestierende “onzichtbare hand” (Adam Smith). Een onzichtbare hand die met behulp van zelfcorrigerende processen zou leiden tot evenwichtig gespreide welvaart en welzijn. Economische groei kan niet zonder wereldhandel. Globalisering en de aanjagende werking van de concurrerende vrije markt hebben ook veel goeds gebracht. Maar duurzame economische groei kan nooit “blinde” groei zijn, kan nooit groei zijn óm de groei, zonder dat daar doordachte doelstellingen en middelen aan verbonden worden. Zonder dat er betekenis en waarde is toegekend aan economische groei. Blinde groei, doelloze, niet doordachte groei gaat gepaard met wereldwijde luchtvervuiling, natuurontwrichting, klimaatverstoringen, extreme ongelijkheden van welvaart en welzijn, onwetendheid, geldzucht, consumentisme, criminaliteit. Blinde groei zal op alle niveaus van samenleven omgebogen moeten worden naar economische groei gericht op doelstellingen van duurzaamheid in de meest brede zin van het woord; gericht op een scala aan voorzieningen die klimaat en natuur herstellen en bevorderend zijn voor een grotere gelijkheid in zowel welvaart als welzijn. Media-pleidooien hiervoor zijn veelvuldig in het onderzoeksmateriaal van mijn website terug te vinden. Ook is daar terug te vinden, dat er hoop is op moedige politici en op actieve en activistische burgers. Op mensen die vrij in het leven kunnen staan, kunstenaars, jonge mensen, jeugdige ouderen, verzorgenden, leraren, jonge balie, ‘out of the box’ ondernemers. Idealistische, moedige mensen. Bij goede keuzes hoort daarnaar handelen. Maar wie weet hoeveel mensen, in stilte, al veel duurzamer denken. Wie weet hoe groot de kans is, dat wanneer een cultuuromslag door het handelen van anderen meer zichtbaarder en haalbaarder wordt, deze door goed dénkenden opeens veel sneller kan gaan dan verwacht.
Noten
1) Hanne Laceulle “Becoming who you are; Aging, self-realization and cultural narratives about later life”, 2016. Uitg. Transcript Verlag Bielefeld, 2018
2) Jürgen Habermas heeft zijn individuatie theorie uitgewerkt in zijn Vorlesungsmanuskript,1968, p. 3.) Door C.A.C. Klaassen “Nieuwe ontwikkelingen in de socialisatie-theorie” In: Tijdschrift Mens en Maatschappij nr 3 1973 p.244 – 267, wordt Habermas’ theorie helder onder woorden gebracht in de context van de ontwikkeling van de socialisatie theorie sinds Durkheim 1858-1917.
3) Goed Oud Worden, 2019, PDF en Word. In deze bewerking van het proefschrift van Laceulle wordt het oorspronkelijke proefschrift regelmatig onderbroken met commentaar van de ouderen, die hier in de inleiding van dit artikel genoemd worden. Bovendien wordt de interdisciplinaire benadering van Laceulle hier en daar aangevuld met sociologen, die meer expliciet de relatie tussen "individuele groei" (Laceulle) en maatschappelijke veranderingen analyseren. Voorbeelden zijn Jürgen Habermas, Michel Foucault. Voor het begrip 'de ander', belangrijk bij het maken van 'morele' keuzes tot handelen (Laceulle), heb ik ook Simone de Beauvoir aangehaald.
4) Om een indruk te krijgen van de gehele inhoud van de website verwijs ik niet alleen naar het “Menu” ervan, maar ook naar de aangegeven inhoudsopgaven bij elke Corona golf. Elke golf kan in het Menu apart aangetikt worden.
5) In de website en ook in dit artikel vermeld ik geen namen van kranten noch van journalisten. Wel heb ik in het algemeen mijn selectie van kranten en artikelen in detail duidelijk gemaakt in Menu-“En toen kwam Corona ..” – inleiding. Ook kunnen de genoemde artikelen met naam en toenaam bij mij opgevraagd worden.
6) Behalve krantenartikelen krijgen alle gehouden persconferenties in de website veel aandacht. De toonzetting van premier Rutte en minister De Jonge verandert in de loop van de crisis van waarderend via betuttelend op het kleinerende af, naar voorzichtig. Dit naarmate, zoals ook uit de media blijkt, het gedrag van burgers verandert van begripvol via kritisch en wantrouwig naar meer of minder rebels.
7) Christien Brinkgreve “Over het verlangen naar gezag; Over vrijheid gelijkheid en verlies van houvast” Uitg. 2012 Amsterdam/ Antwerpen
8) Menu website - “En toen kwam Corona ..” – (inter)nationale politiek – MacIntyre
* Geb. 1935 Gedurende haar werkzame leven onderwijs en onderzoek op het Sociologisch Instituut Vakgroep Verzorgingssociologie.
Publicaties o.a.:
“Schijnbewegingen van democratisering. Het dagelijkse universitaire leven sinds de studentenbeweging van de jaren zestig” pp. 419-437 In: Sociologische Gids 1981/5 sept/okt jrg XXVIII
“Opvoeding en onderwijs ‘in het algemeen belang’: Veranderingen in de publieke opinie bij het ontstaan van een nationale staat” pp. 726-750 Sociologisch Tijdschrift jrg 13 nr 4 febr 1987
“Onafhankelijke levensstijl” In: H. Drion Het zelfgewilde einde van oude mensen; Met reacties van Ch.J. Enschedé, H. Kuitert en anderen, pp. 82-83. Uitg. Balans 1992
“Ouderparticipatie: formalisering van relaties tussen school en huis als onderdeel van toenemende verstatelijking” In: Individualisering en vermaatschappelijking; aanzetten tot een theorie van de school pp. 129-169 SISWO publicatie 307 Amsterdam Uitg. Stichting Interuniversitair Instituut voor Sociaalwetenschappelijk Onderzoek 1995.
“Bureaucratisering, managementisme en de ondergang van het beroep gezinsverzorgster” p. 709-732 in Amsterdam Sociologisch Tijdschrift 23e jrg. Nr 4 febr.1997
Nu volgt eerst een verdere kennismaking met Goed Oud Worden.