Inhoudsopgave van hoofdstuk 9, de concluderende samenvatting; “De krenten uit de pap”

 

9.1 Tegenstrijdige waarnemingen als aanleiding voor eerste onderzoekvragen

       9.1.1  Bevestiging van eigen waarnemingen roepen nieuwe onderzoekvragen op

9.2 Samenvattende onderzoeksvraag, de wijze van onderzoeken en van de weergave van resultaten

       9.2.1  De onderzoeksvraag

       9.2.2  De wijze van onderzoeken

       9.2.3  De weergave van onderzoekresultaten

9.3 De vier belangrijkste onderwerpen

9.4 Globale indeling van deze studie met hoofdstuk 5 als verbindende middenmoot

      9.4.1     Ontwikkelingen naar de laatmoderne Westerse samenleving (Hoofdstuk 2).

      9.4.1.1  De aanduiding “laatmoderne” Westerse samenleving

      9.4.1.2  Mensen worden van steeds meer mensen minder afhankelijk (De Swaan)

      9.4.1.3  Individuen op zichzelf aangewezen. Uitbreiding van Statelijke voorzieningen

      9.4.1.4  Statelijke voorzieningen zijn afhankelijk van politieke sturing

      9.4.1.5  Het onderscheid tussen machtsverhoudingen en sociale  overheersing

      9.4.1.6  Een casus politieke sturing van sociale voorzieningen: De zogenaamde "participerende samenleving".

 

      9.4.2     Verhalende identiteit, moreel actorschap en zelfverwerkelijking  (Hoofdstuk 5).

      9.4.2.1  De begrippen “moreel” en “actorschap” in moreel actorschap

      9.4.2.2  Moreel actorschap en zelfverwerkelijking van ouderen

      9.4.2.3  Het “zelf” in relatie tot “sociale verwevenheid”

      9.4.2.4  Idealen of waarden van moreel actorschap

      9.4.2.5  Verhalende ontwikkeling van moreel actorschap

      9.4.2.6  Empirisch ondersteunde verfijningen van het begrip moreel actorschap

 

      9.4.3     Autonomie, Authenticiteit en Deugd leidend tot zelfverwerkelijking

      9.4.3.1  Autonomie (Hoofdstuk 6)

      9.4.3.2  Authenticiteit (Hoofdstuk 7)

      9.4.3.3  Deugd (Hoofdstuk 8).